Nylon is een synthetische kunststof die rond de Tweede Wereldoorlog algemeen beschikbaar werd. Het werd erg populair als vervanging voor zeldzame zijde. Dankzij de sterkte van het materiaal werd nylon ingezet voor militaire producten, zoals parachutes en tenten. Maar het werd ook gebruikt voor allerlei gangbare producten die voordien van zijde werden gemaakt, zoals dameskousen.

Vintage zijden kousen © wikicommons

De panty zoals we die nu nog kennen werd uitgevonden in 1953 onder de naam Panti-Legs. In de jaren zestig, toen de minirok de mode bestormde, werden nylonkousen heel erg populair. Ophoudkousen waren immers vaak iets te sexy in combinatie met een kort rokje en jarretelles veel te ingewikkeld voor de jeugdige nieuwe trends.

Vervuilend product

Helaas is een nylonkous geen duurzaam product. De basis van onze nylonkousen is polyamide, wat gemaakt wordt van aardolie. Het is een synthetische stof die ontstaat door verschillende monomeren samen te koppelen. Aan die basis wordt een elastische kunstvezel toegevoegd zodat de kousen rekbaar zijn. Dat maakt het ook meteen een erg moeilijk product om post-productie te recycleren, want om alle onderdelen uit elkaar te halen, te vervezelen en er opnieuw kousen van te spinnen is een zeer arbeidsintensief werk.

Bovendien kost het heel veel energie en water om de nylonkousen te maken en komt het broeikasgas distikstof(mono)oxide (lachgas) vrij tijdens de productie van nylonkousen.

Nylonkousen zijn ook meestal geen lang leven beschoren. Ladders zijn haast onvermijdelijk en tenzij je een punk- of emo kledingstijl hebt, eindigt het daar voor de panty. Gooi de nylonkousen niet zomaar in de vuilnisbak, maar breng ze naar een ophaalpunt voor textiel.